Algemene Beschouwingen Gerdien Maaijen 2 juli 2024
Vanavond bespreken we de derde kadernota van deze raadsperiode. Op basis van eerdere raadsperiodes was onze verwachting dat dit het meest stabiele jaar van de periode zou worden. Een kalme zee. Ieder raadslid kan weten wat er wanneer in de cyclus verwacht wordt. De voorbereidingen voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen zijn nog niet in volle vaart.
Maar niets is minder waar. Onrust binnen de GBO-fractie heeft geleid tot opsplitsing van de fractie en tot een nieuwe coalitie. Na aansporing vanaf de kadernotaraad vorig jaar is het college er nu ‘gelukkig’ ook van doordrongen dat er mogelijk zwaar weer op komst is. Er zijn stevige voorbereidingen nodig om bij zwaar het gemeentelijke schip overeind te houden. Dat vraagt om realistisch plannen en keuzes maken.
Onze fractie brengt vandaag drie punten onder de aandacht. Hierbij baseren wij ons op kadernota 2025 en spreken wij ons verder niet uit over het nieuwe coalitieakkoord:
1. Allereerst, realistisch plannen. We lijken er niet heel goed in, gelet op de resultaten van de afgelopen drie jaren. Gemiddeld over de laatste drie jaar blijft er bijna 9 miljoen per jaar over wat we in de laatste bestuursrapportages meestal niet zien aankomen. Dit komt deels door niet makkelijk te voorspellen bijdragen vanuit het Rijk. Maar deels ook doordat uitvoering van plannen opschuift. Volgens de Berenschot-begrotingsscan 2024 ontstaat ongeveer 1/3 deel van het resultaat door afwijkingen die we wél in eigen hand hebben. Naast keuzes maken is ook realistisch plannen complex. In deze kadernota of in het Berenschotrapport lezen we niet of en hoe het college stappen gaat zetten om het realistischer plannen te verbeteren. We horen daarom graag hoe het college dat gaat aanpakken.
2. Als tweede, het proces om keuzes te maken. Als we het gemeentelijke schip op koers willen houden, dan zijn de gevraagde prioriteringscriteria en – uitgangspunten uit onze eerdere motie M-10 belangrijk. In kadernota 2025 zien we uitvoering van deze motie terug, met 7 afwegingscriteria als basis voor mogelijke ombuigingen en het in kaart brengen van effecten op leefomgeving, economie en mens. In tegenstelling tot de motie, wordt er geen expliciet voorstel en besluit aan de raad voorgelegd om vast te stellen. We horen van het college graag een reflectie op uitvoering van motie 10. In onze nieuwe motie M-4 vragen we het college om inhoudelijke bespreking van de afwegingscriteria expliciet op te nemen in het proces om te komen tot ombuigingen 2026-2028.
Eén criteria wil ik hier alvast noemen, dat al genomen raads- en collegebesluiten niet onomkeerbaar zijn. Helaas is dit wat ons betreft zeker een uitgangspunt waar we nu niet omheen kunnen. Helaas, want wat betekent dit voor betrouwbaar bestuur zijn? Teleurstelling bij inwoners over omkeren van eerder gemaakte keuzes is mogelijk pijnlijker dan eerder een moeilijke afwegingen maken. En wellicht meer dan teleurstelling, zoals dhr. Eggink in zijn inspraak eerder vanavond aangaf. Wij denken dat beleid of kaders voor de minimale omvang van de algemene reserve en een reserve weerstandsvermogen wellicht kan helpen bij het eerder nemen van lastige beslissingen. Om al vanaf 2025 zoveel mogelijk te kunnen sturen op inzet van de algemene reserve, roepen wij samen met BOB via motie M-1 op om dat beleid al voor begroting 2025 op stellen, in plaats van voor de kadernota 2026.
3. Als derde aandachtspunt, ons beeld bij de voorgestelde besparingskeuzes. Of ombuigingsvoorstellen zoals deze genoemd worden. We waarderen de inzet om bij deze kadernota een doorkijk naar besparingen te zien tot en met 2028. Wat ons zijn we te laat begonnen met het proces om alle keuzes inzichtelijk te maken. De tijd is daarom op dit moment te kort om nu al integraal over meerjarige besparingen te spreken. Wij beperken ons beeld vandaag daarom tot de dekkingsvoorstellen voor 2025. Het college stelt een tijdslijn voor om later dit jaar de besparingen vanaf 2026 te bespreken, waar we ons in kunnen vinden.
De voorstellen voor het totaal zijn pijnlijk. In 2025 wordt bijna 30% van de besparingen gevonden in programma 4. Inclusieve en participatiesamenleving. Heftig, want wat ons betreft staat zorg voor kwetsbare mensen voorop. Wel hebben we de indruk dat het college voor 2025 de minst pijnlijke opties binnen de programma’s heeft gevonden. Richting 2026 en verder ligt onze grootste zorg bij de aanvullend voorgestelde besparingen in het Sociaal Domein. We dienen M-5 Handhaaf preventie en kwaliteiten van zorg van PvdA daarom mede in.
Wat ons betreft ontbreekt er wel een belangrijk onderdeel om goede keuzes te kunnen maken. Namelijk een overzicht van taken vanuit het rijk met bijbehorende inkomsten en kosten. Het college geeft aan het advies van VNG te volgen. Daarin is opgenomen om vooral te focussen op taken in medebewind. Het college stelt niet voor of en hoe dat een plek krijgt in het vervolgproces. Dit sluit ook aan bij de discussie over het amendement van BOB bij de meicirculaire eerder vanavond. Daarom stellen wij in motie M-4 voor om ontvangen financiële middelen en daadwerkelijke kosten voor taken die incidenteel en structureel in medebewind en/of gedelegeerd uitgevoerd worden inzichtelijk te maken tijdens het proces om te komen tot ombuigingen vanaf 2026.
Ik sluit af. Laten we voor onze inwoners, verenigingen, ondernemers en organisatie samen aansturen op een zo kalm mogelijke reis. Ondanks het zware weer dat verwacht wordt. Door realistisch te plannen en weloverwogen keuzes te maken, blijven we gericht op een behouden vaart van een bloeiend Overbetuwe met voldoende ruimte voor iedereen.